Twaalf procent van rond de acht miljoen werkenden in Nederland heeft niet genoeg geld op de bankrekening als ze ineens zonder baan zouden komen te zitten. Hierbij gaat het om flexwerkers. Er zijn ongeveer 1,9 miljoen flexwerkers in Nederland en 1/5 van hen heeft minder dan €1000 op de rekening staan. Dit is zorgwekkend, want het gaat juist om medewerkers die zo’n buffer vaak het hardste nodig hebben. Flexwerkers hebben sowieso al een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt, want ze werken vaak met een tijdelijk contract of ze zijn oproep- of uitzendkracht. Flexwerkers zitten vaak zonder werk thuis.
Flexwerkers hebben vaak geen reserve achter de hand om de tijd door te komen als ze zonder werk zitten. 20 procent van de flexwerkers heeft geen financiële back-up. De zelfstandigen zijn juist het minst kwetsbaar. Bij deze groep heeft maar 9 procent geen financiële back-up.
Bij de kwetsbare flexwerkers zijn laagopgeleiden, uitzendkrachten en medewerkers met een niet-westerse migratieachtergrond nog kwetsbaarder dan de rest. Vergeleken met de andere flexwerkers heeft deze groep mensen nog vaker niet genoeg financiële back-up. Het CBS meldde dat flexkrachten in bepaalde bedrijfstakken een vrij groot risico lopen om een inkomen te hebben onder de armoedegrens.